De Grote Modderkruiper

Een op het droge gefotografeerde Grote Modderkruiper

                                                                                                                         Tekst en foto: Jelle Hofstra

De Grote Modderkruiper

De meeste mensen onder ons (vooral de jongere generaties) zullen het palingachtige dier op de door mij gemaakte foto nauwelijks kennen. Het gaat hier om de Grote Modderkruiper of - zoals het dier in het Fries wordt genoemd - 'Ielpiper'. Vroeger was dit dier een vrij gewone verschijning, dat vooral werd waargenomen als sloten handmatig werden geschoond of gebaggerd. Vandaag de dag staat het dier op de Rode Lijst als kwetsbare soort die de laatste jaren 50 tot 80 procent is afgenomen en nu dan ook streng beschermd wordt. De oorzaak van de achteruitgang is vooral te wijten aan de slechtere leefomgeving van het dier door o.a. eutrofiering van het oppervlaktewater, vermesting en het mechanisch schonen van sloten en baggeren. Deze tot 30 cm lang wordende Grote Modderkruiper lijkt qua vorm en levenswijze veel op de Kleine Modderkruiper en het Bermpje of Steenbijter. Alle drie soorten zijn langgerekte, cylindrische vissen met respectievelijk tien of zes tastdraden rond de bek. Zoals de naam reeds doet vermoeden moet de sloot voorzien zijn van een dikke laag modder, maar het water moet kraakhelder zijn. Net als andere vissoorten met tastdraden - zoals de Zeelt vinden de dieren hun voedsel in de modderige bodem. Aangezien hij weinig selectief is, wordt alle dierlijke leven - mits van het juiste formaat - gegeten. Het voedsel bestaat o.a. uit kleine wormen (tubifex), roeipoot- en mosselkreeftjes, insectenlarven en bodembewonende watervlooien. Volksnamen als fluitaal, aalpiper en het Friese 'ielpiper' heeft de Grote Modderkruiper te danken aan het feit dat het dier voor de mens hoorbare piepende geluiden kan maken. Deze geluiden worden veroorzaakt door ontsnappende lucht uit de darmen via de anus als de vis wordt opgepakt. De darm fungeert namelijk als een soort long om zuurstof op te nemen. Dank zij deze darmademhaling kan de vis tegen zeer lage zuurstofconcentraties. Verder staat het dier nog bekend onder de naam weeraal. Deze naam heeft de vis te danken aan het feit dat het onrustig wordt bij luchtdrukschommelingen. Het dier werd vroeger dan ook wel als barometer gehouden. De paaitijd van de dieren loopt van begin maart tot eind juni en er wordt gepaaid op plaatsten met veel watervegetatie. De voorkeur gaat uit naar planten met fijn verdeelde bladeren zoals Vederblad en de fijne wortels van wilgen en elzen langs het water. De Grote Modderkruiper is een nachtactieve soort, die overdag in de modder verblijft. In onze omgeving wordt het dier zo nu en dan ook nog gevonden. Bij het schonen van sloten in Gorredijk en Langezwaag werden door mij enkele jaren terug respectievelijk drie en twee dieren gevonden. Bij een inventarisatie in verband met de aanleg van de nieuwe rondweg bij Gorredijk werden door mij bij het 'Easterein' onder Kortezwaag in een half uur tijd meer dan 30 jonge dieren gevangen.

 

Nieuwe reacties

01.09 | 15:26

Geen idee Karst . . .

01.09 | 15:01

Hoi Jelle,

In plaats van formol, kan het ook met ethanol 97% geïnjecteerd worden?
Groeten Karst.

14.08 | 06:41

Bedankt voor de melding Henk . . . erg jammer . . .

13.08 | 16:12

Dag Jelle,
Ik vond vanmiddag een dode adder op de butewei. Ongeveer 100 m van de kruising met de ald hearrewei en dan richting terwispel.
Vr gr
Henk pots gorre