Tien jaar onderzoek Moorse landschildpad

Zonnende Moorse landschildpadden op Lesbos

                                                                    Tekst en foto's Jelle Hofstra 

Inleiding


Vanaf 2003 hebben mijn vrouw en ik tien achtereenvolgende jaren het Griekse eiland Lesbos bezocht en daar waarnemingen gedaan aan de herpetofauna. Steeds vanaf half mei bezoeken wij dit – nog niet door toeristen overspoelde – eiland de laatste jaren vier weken lang en steeds op dezelfde plek, namelijk het vissersplaatsje Skala Kallonis. De omgeving daar is vrij vlak en met de fiets dus uitstekend te verkennen. In de maand mei kan het daar al bloedheet zijn. Niet echt optimaal weer dus om dan naar reptielen te zoeken. Maar ondanks dat we al die jaren echter steeds een ’hittegolf ’ mee maakten, is het aantal soorten (26) dat wij tot nu toe vonden toch vrij redelijk te noemen. Lesbos is een schitterend eiland voor de natuurliefhebber. Duizenden vogelaars komen hier elk jaar om de trekvogels te bestuderen, maar ook zij die de herpetofauna een warm hart toedragen, kunnen hier aan hun trekken komen. Soms zijn er zelfs nog bijzonderheden te ontdekken. Zo vonden wij in 2007 daar de Gevlekte toornslang (Hemmorhois nummifer) (Coinsnake), een dier dat toen voor de eerste keer op Lesbos werd ontdekt.

Moorse landschildpad, Testudo graeca ibera aan de wandel tijdens een zacht regenbuitje.

Lesbos ligt op een afstand van ongeveer 20 kilometer ten westen van Turkije en is met zijn oppervlakte van 1630 km² een van de grootste Griekse eilanden in de Egeïsche zee. Helaas is het eiland erg vervuild. Op de meest fraaie en afgelegen plekken treft men troep aan, variërend van huishoudelijke apparatuur tot dode schapen. Na op de vingers te zijn getikt door de EU, omdat niet aan de doelstelling van de bescherming van de flora en fauna werd voldaan, merken we de laatste jaren echter dat er langzaam een kentering in het denkpatroon van de Grieken komt. Zo werd een flinke plas die achter ons appartement ligt en werd gebruikt als vuilstort, geheel geschoond en is nu de broedplek van de Steltkluut (Himantopus himantopus).


Biotoop van de Moorse landschild
Een duinachtig terreintje langs de Baai van Kalloni wordt door ons al die jaren op landschildpadden onderzocht. Deze smalle kuststrook is naar schatting een kilometer
 lang en op zijn breedst 100 meter. Opvallend in dit terrein waren de vele ondergrondse

gangen de eerste jaren en die door een soort woelmuis werden veroorzaakt. Zo nu en dan zakte de gehele voet in de grond weg. Overal zagen we schildpaddensporen in het mulle zand op de open plekken. Deze strook is aan de ene kant door de baai ingesloten en aan de andere kant door een vlakte, met stroken brakwater en dat begroeid is met zeekraal (Salicornia sp.) en in het voorjaar erg drassig is. Maar liefst rond de 60 landschildpadden

werden hier het eerste jaar in twee weken geteld. Het gaat op Lesbos om de ondersoort Testudo graeca ibera. Het terrein is begroeid met russen (familie Juncaceae) en diverse grassen, afgewisseld met bloeiende planten als Kamille (Matricaria sp.) en Klaproos (Papaver sp.). Her en der staan stekelige struiken van een fraaie Wolfsmelk, de Greek spiny spurge (Euphorbia acanthothamnos). Zoals op geheel Lesbos het geval was, was dit gebied de eerste jaren ook erg vervuild met allerlei troep die hier door de bewoners en badgasten wordt gedumpt. Soms had het ook voordelen en zagen wij regelmatig landschildpadden knabbelen aan een zak met hard geworden kalk, maar ook puimsteen voorzag de dieren van kalk. Behalve landschildpadden worden hier sporadisch ook dieren gevonden als Slangenooghagedis (Ophisops elegans), Reuzensmaragdhagedis (Lacerta trilineata), Zandboa (Eryx jaculus turcius), de Kaspische pijlslang (Dilochophis caspius) en de Groene pad (Bufo viridis).

Het onderzochte terrein ligt ingesloten tussen de Baai van Kalloni en een moerasachtig gebied met brak water.

Merkteken
De gevonden dieren worden elk jaar door ons gemerkt met een zwarte watervaste viltstift om dubbeltelling te voorkomen. Het eerste jaar werd een merkteken op het plastron aangebracht. Om te controleren of we het dier al gemerkt hadden moest het worden opgepakt, waarbij de schildpad flink wat vocht uit de cloacea liet lopen. Om dit vochtverlies zoveel mogelijk tebeperken, werden de dieren daarna gemerkt door een wervelschild zwart te maken. Na een aantal weken was van dit merkteken nauwelijks nog iets te zien, aangezien de stift niet zo watervast is als wordt vermeld en natuurlijk mede door slijtage.


Overwegend vrouwtjes
Opvallend is dat de populatie steeds hoofdzakelijk uit jonge dieren bestaat. De kleinstenhebben een lengte van nauwelijks 5 cm, oplopend tot ongeveer 14 cm. Van de heel jonge dieren is het geslacht nog niet te bepalen, maar de iets oudere dieren blijken steeds vrouwtjes te zijn. Een enkele keer wordt er ook wel een volwassen vrouwtje gevonden. Het grootste door ons opgemeten vrouwtje had een schildlengte van 23,5 cm. Wij denken dat het verschil in sexratio misschien wel te verklaren is. In het voorjaar zijn de mannetjes vaak op zoek naar vrouwtjes, terwijl de volwassen vrouwtjes op zoek zijn naar een geschikte legplaats. In april, mei en juni (naargelang het gebied) planten de Moorse landschildpadden zich voort. De vrouwtjes leggen 4–7 witte, hardschalige eieren in een zelf gegraven kuil. Helaas is door ons op dit terrein nog nooit een vrouwtje betrapt dat bezig was eieren af te zetten.

Het terrein van de eerste onderzoeksjaren, de vegetatie was nog vrij laag en overzichtelijk.
De dieren worden aan de bovenzijde gemerkt met een zwarte, watervaste viltstift.
Bij de Moorse landschildpad zijn sporen op het dijbeen aanwezig

De dieren worden door ons wel gemeten, maar niet gewogen. Het klinkt misschien niet zo wetenschappelijk, maar we gaan er vanuit dat wanneer een dier zwaarder aanvoelt dan men op het eerste gezicht zou zeggen, het aan het goede gewicht is. Alle schildpadden zien er steeds goed doorvoed uit, ondanks de vele teken die – vooral op iets grotere exemplaren – worden aangetroffen. De Moorse landschildpadden lijken veel op de Griekse landschildpad (Testudo hermanni), maar zijn hiervan te onderscheiden door het ongedeelde staartschild en het hebben van sporen op het dijbeen. Hoewel sommigen menen dat de Griekse landschildpad ook op Lesbos moet voor komen zijn ze door ons in ieder geval nooit gevonden. Anders is het misschien met de Klokschildpad (Testudo marginata).

Klokschildpad

Ook brachten we enkele keren een bezoek aan het ’Lesbian Wildlife Hospital’. Daar liepen in 2003 enkele opgevangen landschildpadden rond, waaronder een vrouwtje van de zeldzame Klokschildpad. Het dier is van het eiland zelf afkomstig. Sporadisch wordt er een dier op Lesbos gevonden en dit was het zesde exemplaar. Overigens wordt het voorkomen van deze schildpad in de literatuur nergens vermeld. Het kan dus best om ingevoerde dieren gaan. Dr. Makis Axiòtis, die leeft en werkt op het eiland en daar zelf drie Klokschildpadden vond, is echter van mening dat er op het eiland een kleine populatie voorkomt (Axiòtis pers. med.). De beheerder van het ’Lesbian Wildlife Hospital deelt deze mening. Sinds een aantal jaren worden er in het hospitaal jongen geboren die een kruising zijn tussen de Testudo marginata en Testudo graeca ibera. De bedoeling was deze bastaards ooit weer uit te zetten op het eiland. Op zich een verwerpelijk plan. Als er inderdaad van nature Klokschildpadden op Lesbos voorkomen, dan zou een kweekprogramma dat aan strenge eisen voldoet en goed onder controle staat, waarschijnlijk de enige realistische mogelijkheid zijn tot redding van de populatie.  Wij hebben hierover contact opgenomen met de beheerders van het ’Lesbian Wildlife Hospital’. En met succes. In 2006 kregen wij een berichtje dat de eerste ’zuivere’ Klokschildpad in het hospitaal was geboren. De vader is een dier dat van het eiland Paros afkomstig is. Later zouden nog veel meer jongen geboren worden.

De vrouwelijke Testudo marginata bij het Lesbian Wildlife Hospital. The female
De eerste geboren Testudo marginata in het Lesbian Wildlife Hospital is een feit
De auteur met een forse Testudo graeca ibera.

Populatie gaat achteruit
De beste tijd om schildpadden te zoeken bleek zo rond half tien ’s ochtends te zijn. De dieren zijn aan het fourageren of liggen dan al te zonnen. Als de zon op het hoogst staat, verstoppen de dieren zich onder de vegetatie - vaak in zelf gegraven holen - en worden ze nauwelijks nog gevonden. Opvallend is hun voortreffelijke schutkleur. Dieren die pas waren gemerkt en die wij na enkele minuten probeerden terug te vinden, werden soms met de grootste moeite weer opnieuw ontdekt. Helaas vinden we elk jaar weer minder dieren. De populatie gaat snel achteruit. Zo werden in mei 2009 ’slechts’ 12 schildpadden gevonden en in 2010 nog maar 6 dieren. Wat de juiste oorzaak is blijft gissen. De talloze sporen van schildpadden die we in de begin jaren zagen, behoren inmiddels tot het verleden.

Zonnende Moorse landschildpad

In de septembermaand als we soms voor de tweede keer Lesbos bezoeken worden hier - ondanks het nog steeds fraaie weer – helemaal geen schildpadden meer gevonden. De zomermaanden zijn op Lesbos erg droog. Veel water is vaak verdampt en zelf rivieren liggen droog en de vegetatie is bruin en dor. Door het Meer van Kalloni kan men dan zelfs wandelen.

Oorzaak
Het is niet gemakkelijk een juiste oorzaak aan te wijzen voor het verdwijnen van de schilpaddenpopulatie. Duidelijk is dat de bodemstruktuur in al die jaren veranderd is. De holen van de woelmuizen zijn al lang niet meer aanwezig en het terrein is behoorlijk
aan het vergrassen. Het wordt steeds moeilijker voor de dieren om geschikt voedsel te vinden lijkt ons. Vooral als er enkele dagen schapen worden geweid. Die eten al het sappige groen op, waar ook de schildpad juist op naar zoek is. Bovendien wordt de vegetatie door de dieren plat gewalst en dat belemmert het aangroeien van nieuwe, groene blaadjes. Ook is er veel onrust. We zagen dat het terreintje ook werd gebruik voor militaire oefeningen. Regelmatig bivakkeren er rondtrekkende zigeuners die een spoor van afval achterlaten. Een keer vonden wij zelfs een geslachte egel die vermoedelijk als voedsel had gediend. We hebben zelfs met de gedachte gespeeld of misschien ook grotere schildpadden dit lot hebben ondergaan. Het zou ook kunnen dat de dieren worden verzameld en in de handel terecht gekomen.

 

 

Schapen eten niet alleen het malse groen, maar trappen ook de vegetatie plat.

Lichtpuntje
Bij ons laatste bezoek aan Lesbos in 2014 werden op het terreintje weer 20 schildpadden gevonden. Een grote verrassing was dat van deze 20 exemplaren er 16 jonge dieren waren, variërend van 5,5–8,5 cm. Een teken dat er op dat smalle kuststrookje toch elk jaar eieren worden afgezet.

Jonge Testudo graeca ibera
Biotoop van de Moorse landschildpad
Sporen van de Moorse landschildpad
Testudo graeca ibera vertoont nieuwe groeiring

Dit artikel is eveneens opgenomen in het Duitse blad SCHILDKRÖTEN IM FOKUS

Die Fachzeitschrift über Forschung, Artenschutz und artgegerechte Haltung 4/2014

 

 

Paul Hayes Redman 14.08.2020 20:00

Een hele interessante beschrijving van het leefgebied van de Testudo ibera op het eiland Lesbos.Vraag blijft of T.marginata endemisch is of ingevoerd (DNA?).

Jelle Hofstra 28.04.2015 06:46

We houden wel contact Inke . . .

inke van schaikinke 25.04.2015 18:52

Wat prachtig die schildpadden! 20mei ga ik ze zelf zoeken op lesbos.vorig jaar was ik bij bernd pitzer.heb 14 grieken in mijn tuin.lid v trionyx. inke

inke van schaik 27.04.2015 20:40

wat enig!! eventueel samen paar uurtjes zoeken naar onze schildpadden?? wil ook proberen Marginata's te vinden. arvl 22 mei :Petra. grote groet Inke ( 65)

Jelle Hofstra 26.04.2015 07:11

ben ik ook op het eiland Inke . . .

Mike vder Weg 25.04.2015 15:57

Leuk artikel Jelle, toffo foto's erbij ook !

Nieuwe reacties

01.09 | 15:26

Geen idee Karst . . .

01.09 | 15:01

Hoi Jelle,

In plaats van formol, kan het ook met ethanol 97% geïnjecteerd worden?
Groeten Karst.

14.08 | 06:41

Bedankt voor de melding Henk . . . erg jammer . . .

13.08 | 16:12

Dag Jelle,
Ik vond vanmiddag een dode adder op de butewei. Ongeveer 100 m van de kruising met de ald hearrewei en dan richting terwispel.
Vr gr
Henk pots gorre