Lesbos ligt op een afstand van ongeveer 20 kilometer ten westen van Turkije en is met zijn oppervlakte van 1630 km² een van de grootste Griekse eilanden in de Egeïsche zee. Helaas is het eiland erg vervuild. Op de meest fraaie
en afgelegen plekken treft men troep aan, variërend van huishoudelijke apparatuur tot dode schapen. Na op de vingers te zijn getikt door de EU, omdat niet aan de doelstelling van de bescherming van de flora en fauna werd voldaan, merken we de laatste jaren
echter dat er langzaam een kentering in het denkpatroon van de Grieken komt. Zo werd een flinke plas
die achter ons appartement ligt en werd gebruikt als vuilstort, geheel geschoond en is nu de broedplek van de Steltkluut (Himantopus himantopus).
Biotoop van de Moorse landschild
Een duinachtig terreintje langs de Baai van Kalloni wordt door ons al die jaren op landschildpadden
onderzocht. Deze smalle kuststrook is naar schatting een kilometer lang en op zijn breedst 100
meter. Opvallend in dit terrein waren de vele ondergrondse
gangen de eerste jaren en die door een soort woelmuis werden veroorzaakt. Zo nu en dan
zakte de gehele voet in de grond weg. Overal zagen we schildpaddensporen in het mulle zand op de open plekken. Deze strook is aan de ene kant door de baai ingesloten en aan de andere
kant door een vlakte, met stroken brakwater en dat begroeid is met zeekraal (Salicornia sp.) en in het voorjaar
erg drassig is. Maar liefst rond de 60 landschildpadden
werden hier het eerste jaar in twee weken geteld. Het gaat op Lesbos om de ondersoort
Testudo graeca ibera. Het terrein is begroeid met russen (familie Juncaceae) en diverse grassen, afgewisseld met bloeiende planten als Kamille (Matricaria sp.) en Klaproos (Papaver sp.). Her en der staan stekelige struiken
van een fraaie Wolfsmelk, de Greek spiny spurge (Euphorbia acanthothamnos). Zoals op geheel Lesbos het geval was, was dit gebied de eerste jaren ook erg vervuild met allerlei troep die hier door de bewoners en badgasten wordt gedumpt. Soms had het
ook voordelen en zagen wij regelmatig landschildpadden knabbelen aan een zak met hard geworden kalk, maar ook puimsteen voorzag de dieren van kalk. Behalve landschildpadden worden hier sporadisch ook dieren gevonden als Slangenooghagedis (Ophisops elegans),
Reuzensmaragdhagedis (Lacerta trilineata), Zandboa (Eryx jaculus turcius), de Kaspische pijlslang (Dilochophis caspius) en de Groene pad (Bufo viridis).