Links de pad die wordt opgewarmd in de hand,
rechts een salamanderlarve die heeft overwinterd
IJsklomp
De Noord-Amerikaanse Boskikker Rana sylvatica trotseert
bijvoorbeeld de winter door in een ijsklomp te veranderen. Het dier beschikt over zogenaamde ”ijsnucleatoren” die dit proces al bij enkele graden onder nul in werking stellen. Het ijs verspreidt zich door alle vloeistofcompartimenten in het hele
lijf en binnen enkele uren vult een massa van ijs de buikholte die alle interne organen inpakt. Het bloed houdt op met stromen en ongeveer 65 procent van het lichaamsvocht wordt in ijs omgezet. Ademhaling, hartslag en spierbewegingen stoppen en de bevroren
kikker blijft onbewogen, totdat hij weer ontdooit. De overlevingstruc zit in het feit dat ijsvorming alleen tussen de lichaamscellen plaatsheeft en niet in de cellen zelf. Die
hebben een hoge suikerconcentratie, wat bevriezing tegengaat. Op deze manier ontstaat er een ijslaag rondom de vitale organen die het water daaruit zuigt, waarna er een stroperige suikersubstantie achterblijft. De koele kikker gebruikt
glucose als antivriesmiddel en tolereert suikerspiegels van maar liefst honderdmaal de normale concentratie.