Tekst en foto Jelle Hofstra
De Koalabeer
Wanneer het woord buideldier wordt gebruikt, denken de meeste mensen aan de Kangoeroe. Kangoeroes vormen evenwel slechts een bijzondere groep te midden van deze
buitengewoon vormenrijke orde. Zo bestaan er buidelmuizen, buidelratten, buidelmollen en buideldassen. Verder nog klimbuideldieren als eekhoorns en vleermuizen. En wat roofbuideldieren betreft zijn er nog de dieren die lijken op wezels, marters en wolven.
Al deze sterk uiteenlopende leden van de orde der buideldieren hebben de eigenaardige wijze van voortplanting gemeen. De embryo,s blijven slechts een zeer korte in de baarmoeder, al naar
de soort 8-42 dagen. De grootte van het embryo varieert van een halve tot drie cm als het kaal en blind op zoek gaat naar de buidel. Daar zal het zich aan een tepel vastzuigen en pas weer tevoorschijn komen als het klaar is.
Een buideldier dat ook bij het publiek goed bekend is, is wel de Koalabeer. Al hebben de meeste mensen hier ze nog nooit in het echt gezien. In Europese dierentuinen zijn bij mijn weten geen koalaberen te vinden. Dit
heeft twee redenen. De eerste is het strenge verbod van de Australische regering om koala,s uit te voeren en de tweede reden is het speciale voedsel wat de dieren moeten hebben. Koala,s eten uitsluitend bladeren van eucalyptusbomen. Daarvan bestaan er in Australie
350 verschillende soorten. Als voedsel komen echter ruim twintig soorten in aanmerking; waarvan drie soorten eucalyptusbomen wel bijzonder in trek zijn. Een Koala verwerkt per dag met gemak 750 gram bladeren. De bladeren zijn geen licht verteerbare kost en
het dier heeft dan ook een blindedarm die 1.80-2.50 meter lang is, dus drie a vier maal zo lang als het hele dier.
Hoewel er nu dus een exportverbod bestaat, zijn de Australiërs niet altijd even zachtzinnig met dit grappige dier omgesprongen. Zo was het vroeger voor jonge mensen een
geliefd tijdverdrijf om Koala,s te schieten. Dat was overigens niet zo moeilijk, omdat de dieren overdag op een tak zitten te slapen. Ook verhandelde men de duurzame en zachte pels van dit dier. In het jaar 1908 werden er alleen al op de markt van Sydney 57.533
van die huiden verhandeld en in 1924 werden er zelfs meer dan twee miljoen gexporteerd. Nadat het dier in Australie zo goed als uitgeroeid was door handel en bijkomende ziekten als oogontsteking, nierontsteking, beenvliesontsteking van de schedel en ingewandsparasieten,
kreeg de Verenigde Staten als eerste het juiste inzicht: ze verboden de koalahuiden. Uiteindelijk werd het hart van de inwoners van Australie voor de laatste van deze hulpeloze en aardige dieren ook vertederd. Nadat de Australische bevolking ontdekt
hadden dat een levende Koala minstens even sierlijk en waardevol was als de huid van een dode, hebben zij ze onder bescherming geplaatst. In Zuid- en West-Australie zijn geen koala,s meer en in Queensland is hun aantal enorm afgenomen. In de staat Victoria
heeft men de koalapopulatie weer enigszins op peil kunnen krijgen en kan men van een comeback spreken. Snel gaat het overigens niet. Want koala,s maken bij de voortplanting geen haast. Op de leeftijd van drie tot vier jaar worden ze pas geslachtsrijp. De dracht
duurt 25-30 dagen en het jong blijft na de geboorte nog een half jaar in de buidel. De moeder krijgt maar een jong, tweelingen zijn uiterst zeldzaam. Aangezien de buidel slecht twee tepels telt, zullen er ook nooit meer dan twee jongen kunnen zijn.