Tekst en foto Jelle Hofstra
De Reuzenpad
De Reuzenpad is onder meerdere namen bekend. In het land van herkomst noemen ze hem de Aga-Aga-pad, in landen waar men suikerriet teelt heet hij Cane-toad (suikerrietpad).
De Nederlandse naam is Colombiaanse Reuzenpad en de wetenschappelijke naam luidt Rhinella (Bufo) marina, wat zoiets betekent als zeepad. Dit omdat de eerste beschreven dieren aan het strand werden gevonden. Ik zou hier nog een naam aan toe willen
voegen, namelijk de junkenpad. Het dier dat wel een kopromplengte van 20 cm kan bereiken en ongeveer een kilo kan wegen, is extreem giftig. Het gif bufotoxine genaamd, wekt bij licht gebruik hallucinaties op. Junks maken hier dankbaar en goedkoop gebruik van
door aan het dier te likken. Het melkwitte gif zit vooral in de zgn. parotoiden, de driehoekige verdikking achter elk oog.
Hoewel het dier van oorsprong uit Midden-Amerika komt
is het rond 1935 in tal van landen waar men suikerriet verbouwd uitgezet. Dit om schadelijke insecten als de rietkever te bestrijden. Daar is de pad hopelijk in geslaagd. Maar een naar neveneffect is dat het dier het verschil tussen schadelijk en nuttig niet
kent en alles wat in zijn muil past verslindt. Zo ook de daar levende inheemse kikkers en padden. Een enkeling zoals een curator van de reptielenafdeling aan het Australian Museum waarschuwde toen voor de gevolgen van dit uitzetten. Hij voorspeldde dat het
mogelijk net zo,n grote plaag zou worden als het daar ooit uitgezette konijn. Immers de grote pad was ongevoelig voor vijanden en plantte zich het gehele jaar voort. In Australie is het uitzetten van de pad inderdaad op een ramp uitgedraaid. Tal van inheemse
(buidel)dieren, reptielen en huisdieren die zo dom zijn de pad in de bek te nemen leggen het loodje. Maar in meer landen waar de pad is ingevoerd zijn problemen ontstaan. Zo werd bijvoorbeeld op de Filippijnen het ecologische evenwicht nogal verstoord. In
Manilla stierven er veel katten tengevolge van het eten van de giftige padden. Daardoor ontstond er een fikse rattenplaag.
De Reuzenpad plant zich soms tweemaal per jaar voort en
legt per keer 10.000 tot 21.000 eieren. Een vrouwtje kan dus per jaar wel 40.000 eieren afzetten. Enkele jaren terug deden de Australiers al een oproep in tal van herpetologische vakbladen of iemand wist hoe de dieren te verdelgen waren. Tot op heden is dit
niet gelukt en de pad breidt zich nog steeds uit. Toch zitten er aan de invasie van de Reuzenpad ook enkele goede kanten. In het verleden werden ze vooral gebruikt bij de zwangerschapstest. Het is namelijk een ideaal laboratoriumdier, dat gemakkelijk hanteerbaar
is, weinig eisen stelt en gemakkelijk op voorraad te houden is. Als proefdier worden ze gebruikt op middelbare scholen, universiteiten en voor allerlei toepassingen op medisch gebied. Zelfs de leerlooierijen doen er hun voordeel mee en verwerken de paddenhuid
voor talloze doeleinden, aangezien het leer sterk en soepel is. Padden verzamelen is daar dan ook een big business geworden. Liefdadigheidsinstellingen financierden met het geld dat verkregen was met het inzamelen van padden, zelfs bejaardenhuizen.