|
|
|
|
|
Hoe houd ik moerasschildpadden
Nakweek Mauremys mutica
Halswenders krommen hun hals horizontaal in een S-vorm en trekken hem achterwaarts in hun schild.
Tekst en foto's: Jelle Hofstra Inleiding Overeenkomstig hun amfibische levenswijze hebben waterschildpadden
een gestroomlijnd en een meestal laag gewelfd rugschild (carapax), uitgezonderd o.a. het geslacht Rhinoclemmys en de doosschildpadden Terrapene en Cuora. De poten zijn min of meer zijdelings afgeplat en doen in het water dienst als
roeipoten. De tenen zijn verbonden door grotere of kleinere zwemvliezen. Moerasschildpadden zijn bewoners van de meest uiteenlopende zoete wateren. Het geslacht Malaclemys heeft zich zelfs aangepast aan brak water. Al vroeg hebben de moerasschildpadden
zich opgesplitst in twee lijnen die ook nu nog leven: de halsbergers (suborde Cryptodira) en halswenders (suborde Pleurodira). Halswenders krommen hun hals verticaal in een S-vorm en trekken hem achterwaarts in hun schild. Ze worden bij de moerasschildpadden
verdeeld in ongeveer zes families met zo’n 120 soorten, waarvan de familie Emydidae (echte moerasschildpadden) de grootste is. Een familie met slechts één soort is de Platysteridae (de Chinese Grootkopschildpad: Platysternon megacephalum).
Een andere familie is de Kinosternidae (Modder- en Muskusschildpadden) met ongeveer 20 soorten. Eén van de grootste zoetwaterschildpadden is de Gier- of Alligatorschildpad (Macroclemys temminckii), die samen met nog een soort tot de familie
Chelydridae (Bijtschildpadden) behoort. Dit kolossale beest kan een gewicht bereiken van tegen de 100 kilogram. De familie der Weekschildpadden (Trionychidae) wordt buiten beschouwing gelaten, omdat Weekschildpadden vrij moeilijk in gevangenschap te houden
zijn. Halswenders vouwen hun kop met een zijdelingse kromming van de hals onder de voorste rand van hun rugschild. Halswenders worden verdeeld in
twee families, namelijk in slangenhalsschildpadden (Chelidae) met ongeveer 40 soorten en in Pelomedusa’s of Langnekken (Pelomedusidae) met ongeveer 20 soorten.
Een gezond dier zal proberen weer overeind te komen.
Kijken is de kunst Schaf alleen gezonde
dieren aan. Bij gezonde dieren staan de ogen helder. Dichtzittende ogen wijzen op verkoudheid en/of vitamine A-gebrek. Het schild moet stevig en onbeschadigd zijn. Behalve bij zeer jonge dieren, wijzen zachte schilden op rachitis (Engelse ziekte). Beurse plekken
duiden op schildrot. Gezonde dieren zijn alert en trekken bij aanraking onmiddellijk kop en poten in. Leg het dier op de rug. Een gezond dier zal proberen weer overeind te komen. Ook moet het dier zwaarder aanvoelen dan men op grond van zijn omvang eigenlijk
zou verwachten. Ademen met open bek en belletjes op de neus duiden op een verkoudheid of zelfs longontsteking, evenals scheef in het water liggen.
Geslachtsonderscheid Verschillen tussen mannetjes en vrouwtjes zijn niet altijd even duidelijk. Behalve dat bij jonge dieren de seksen nauwelijks zijn te onderscheiden, kunnen volwassen dieren van bijvoorbeeld het geslacht Cuora zelfs kenners voor verrassingen
plaatsen. Over het algemeen kan men stellen dat mannetjes zich van de vrouwtjes onderscheiden door hun holle buikschild (plastron) en de vaak dikkere staartwortel. Ook is bij de mannetjes de cloaca (de achterste lichaamsopening) verder van de staartwortel
verwijderd en ligt ter hoogte van rand van het rugschild of steekt daar buiten.
Indien mogelijk laat men de dieren in de zomer van de echte zon genieten. Een buitenterrarium is voor dit doel ideaal.
Huisvesting Moerasschildpadden
moeten worden gehuisvest in een aquarium, compleet met lichtkap - die – op een ventilatiekier na, van boven is afgedekt met glasplaten. Zo wordt warmte binnen gehouden en tocht geweerd. De in de handel zijnde open plastic bakjes moeten dan ook worden
afgeraden. Zoals alle reptielen houden ook de waterschildpadden hun lichaam op temperatuur door een uitwendige warmtebron. In de vrije natuur is dat de zon. In gevangenschap kan voor dit doel een gewone gloeilamp dienst doen, die zodanig wordt bevestigd, dat
de temperatuur op de zonneplek oploopt tot ongeveer 30-35gr C. Bij jonge dieren kan men eenvoudig een zonneplek creëren door enkele stukjes flagstone of leisteen op elkaar te stapelen, waarbij dan de bovenste net boven water uitsteekt. Bij geslachtsrijpe paartjes is het verstandig een zwevend landgedeelte aan te brengen. Dit landgedeelte, dat ongeveer acht cm diep moet zijn, wordt gevuld met rivierzand (metselzand).
De dieren kunnen hier zonnen en ook hun eventuele eieren daarin afzetten. De gloeilamp dient meerdere doelen. Ten eerste om de schildpad op de juiste ’bedrijfstemperatuur’ te brengen. Dit is onontbeerlijk om het voedsel goed te verteren. Voorts
zorgt de lamp dat de luchttemperatuur altijd enkele graden hoger is dan de watertemperatuur, terwijl ook de watertemperatuur enkele graden hoger zal worden, dan de heersende kamertemperatuur. Acht branduren per dag is voldoende. Om een idee van wattage en
afstand aan te geven: 60 W op een afstand van 15-20 cm geeft een goed resultaat. De waterstand in de bak moet net iets hoger zijn dan de breedte van
het rugschild van het grootste dier. Een dier dat per ongeluk op de rug komt te liggen, kan zich zo zonder moeite keren. Bij een te lage waterstand is verdrinking - vooral bij jonge dieren – niet denkbeeldig. Als water kan gewoon leidingwater worden
gebruikt. Voorkom bij het verversen temperatuurschokken. De grootte van de bak is natuurlijk sterk afhankelijk van de grootte van de dieren. Een plastic
bakje van 40x25x25 cm is groot genoeg voor één of twee schildpadjes van enkele centimeters. Een groot voordeel is dat het gemakkelijk
hanteerbaar is en dus gemakkelijk te reinigen. Grotere bakken zullen moeten worden voorzien van een filterpomp. Als bodembedekking kan men een laagje rivierzand of grove kiezel aanbrengen. Om de natuur zoveel mogelijk na te bootsen, is het verstandig om de daglengte te variëren. In de wintermaanden kan men volstaan met acht uren verlichting. Begin januari gaat men dit elke week met een kwartier verlengen.
In de zomermaanden zit men dan ongeveer op 14-16 uur. Ook tropische schildpadden ondergaan bij mij dit ritme. Indien mogelijk laat men de dieren in de zomer van de echte zon genieten. Een buitenterrarium is voor dit doel ideaal.
Chinese Grootkopschildpad. De paarlustige mannetjes kunnen de vrouwtjes dodelijk verwonden.
Gedrag Breng
geen kleine en grote dieren in dezelfde bak onder. Nog afgezien van de moeilijkheden met de juiste waterstand, zijn bijtwonden – of zelfs erger – niet denkbeeldig. Plaats ook geen zeer actieve schildpadden bij van nature rustige dieren. De laatste
categorie raakt zeker gestrest en ziet tevens alle voedsel zijn neus voorbij gaan. Ook kunnen sommige paartjes niet langdurig bij elkaar geplaatst
worden, zoals bijvoorbeeld de Chinese Grootkopschildpad. De paarlustige mannetjes kunnen de vrouwtjes dodelijk verwonden. Bij goede verzorging bestaat de kans dat er eieren worden afgezet. Vrouwtjes kunnen vlak voor de eiafzetting iets onrustig worden. Sommige
dieren gaan eerst proefnesten maken in matig vochtig (niet kleddernat!) zand. Eieren zijn vaak te voelen door bij het dier voorzichtig de lies af te tasten, wat overigens nauwelijks toepasbaar is bij Cuora-soorten vanwege hun scharnierend schild.
Ook een plotselinge stijging van het gewicht kan duiden op het bij zich dragen van eieren. Markeer de gelegde eieren aan de bovenkant met een potlood. Ze mogen later nimmer worden gekeerd. De eieren moeten kunstmatig worden uitgebroed in een broedstoof (methode
au bain marie). Het substraat erin kan bestaan uit vochtig gemaakt metselzand, turfmolm of het steeds meer in opmars zijnde vermiculiet. De broedtemperatuur mag tussen de 25-30 gr C liggen, de luchtvochtigheid rond de 90%. De broedtemperatuur bepaalt bij de
meeste schildpadden het geslacht. In het algemeen worden bij hogere temperaturen vrouwtjes geboren, bij lagere mannetjes. Hiertussen ligt een traject waarbinnen beide seksen geboren worden. Breng pasgeboren dieren onder in een klein bakje met de juiste waterstand. Een gloeilamp boven het watergedeelte kan zorgen dat de temperatuur oploopt tot ongeveer 28gr C. bij deze hoge temperatuur is dagelijks en gevarieerd
voeden noodzakelijk. Soorten De over het algemeen erg klein blijvende Modderschildpadden (Kinosternon) stellen nauwelijks bijzondere eisen
aan verwarming en verlichting en zijn zodoende heel geschikt voor de beginnende liefhebber. Verder is de Amerikaanse Roodwangschildpad (Trachemys scripte elegans) een goed te houden soort, al stelt deze al weer meer eisen. Van de volgende goed te
houden soorten is de laatste tijdregelmatig nakweek voor handen: Cuora amboinensis (Ambonese Doosschildpad), Cuora flavomarginata (Geelranddoosschildpad), Mauremys mutica (een Oost-Aziatische moerasschildpad).
Beslist af te raden zijn Weekschildpadden (Trionyx) en een aantal soorten van de terrestisch levende Doosschildpadden van de geslachten Terrapene en
Cuora. Dieren als bijvoorbeeld Cuora galbinifrons (Achter-Indische Doosschildpad) worden vaak in zeer slechte conditie door de dierenhandel aangeboden, zodat ze geen schijn van kans maken bij de beginner.
Voedsel Hoewel
slechts een paar soorten overwegend carnivoor (vleesetend) zijn, nemen de meeste soorten ook plantaardig voedsel tot zich. Zorg voor een gevarieerd voedselpakket. Vitaminen en mineralen mogen absoluut niet vergeten worden. Gezien de bouw
van een schildpad, is er behoefte aan kalk. Dit geldt in hoge mate voor jonge dieren en eierleggende vrouwtjes. Voeg vitaminedruppels (Petaid, Turtle Vitamin o.i.d.) aan het water toe; hierin zit vitamine A, D3 en calcium. Dosering is nog natte vingerwerk
en zal zeker afhankelijk zijn van de hoeveelheid water in de bak, het gewicht van de dieren enz. Het voedsel kan bestaan uit soepvlees, rundergehakt
(heel geschikt voor het rijkelijk vermengen met een vitaminepreparaat als Gistocal of Carmix), kabeljauwfilet, regenwormen (kalk), garnalen, hart, aasvisjes e.d. De laatste jaren wordt er vooral gevoerd met in water geweekte harde kattenbrokjes van verschillende
merken, maar zonder kleurstoffen. Dit zijn volwaardige voeders, compleet met vitaminen en mineralen. Experimenteer ook met goed gewassen groente en fruit. Schildpadden hebben vaak merkwaardige voorkeuren. Als goede kalkleverancier kunnen verpulverde eierschalen
in het water uitstekende diensten bewijzen. Grote hoeveelheden worden hiervan gegeten. Zorg dat dit product constant in het water aanwezig is.
Links: een vitaminepreparaat is aan te bevelen
Rechts: droogvoer alleen als bijvoedering
Ziekten Zieke
dieren moeten onmiddellijk worden verwijderd en apart gezet. Niet alleen om besmetting te voorkomen, maar zieken worden ook vaak door andere dieren ’aangepikt’. Oogproblemen door gebrek aan vitamine A zijn te herkennen aan opgezwollen oogleden
die glazig lijken. Dit kan worden genezen door het dier een week lang een vitamine A-rijk voedsel in de vorm van lever te voeren. Ook kan men gehakt, vermengd met flink wat Gistocal voeren. Dit ondersteunt men door het dier dagelijks enkele druppels extra
vitamine A of AD3 toe te dienen. Een derde mogelijkheid is een vitamine A injectie te laten geven door een dierenarts. Verkouden schildpadden kan men herkennen aan belletjes op de neus en een hortende en/of piepende ademhaling, waarbij – door benauwdheid
– de bek wordt geopend. Deze dieren kan men het best in een emmer plaatsen, met daarin een laagje water. In de emmer wordt een gloeilamp gehangen, waarvan de wattage afhankelijk is van de grootte van de emmer. De emmer dekt men op een kiertje na af met
een handdoek. De watertemperatuur moet nu oplopen tot ongeveer 30 gr C. Controleer dit vooraf goed. Van levensbelang is ook het waterniveau op peil te houden. Hogere temperaturen die ontstaan door slechte afregeling of door het droogvallen van de emmer kunnen
dodelijk zijn voor het dier, dat in deze situatie geen kant op kan. Laat een week lang, dag en nacht, deze lamp branden. Een Elsteinlamp (die alleen warmte, maar geen licht uitstraalt) is zeker voor ’s nachts een goede oplossing. Deze temperatuursverhoging
verricht vaak wonderen. Geef het dier wel de nodige voeding, liefst verrijkt met een vitaminepreparaat. Mocht er geen verandering optreden, raadpleeg dan een dierenarts. Ga nooit zelf experimenteren met antibiotica. Schildrot is een voorkomend geval dat zelf
goed te behandelen is. De oorzaak is niet geheel duidelijk, ofschoon hard water wel als oorzaak wordt genoemd. Zowel rug- als buikschild kunnen zachte plekken vertonen. Bij het verwijderen van deze plekken komt er een lucht vrij die doet denken aan een stinkende
moddersloot. Al het zachte weefsel, loszittende hoornschilden en loszittend been, moet met een mesje of scalpel secuur worden verwijderd. Krap het resterende been goed schoon en breng royaal jodiumtinctuur aan op de wond. Na droging van de tinctuur wordt het
dier met of zonder water in een aparte bak ondergebracht. Zo nodig de behandeling herhalen. Schildpadden die last hebben van schimmels, herkenbaar aan witte, gele of grijze, slijmerige plekken, kunnen worden genezen door de dieren te baden in een keukenzout(NaCl)-oplossing
van 10 gram/liter water.
Nakweek Pelomedusa subrufa
Beginnersfouten Een veel gemaakte fout bij beginners (en handelaren) is dat wel verwarming in het water wordt aangebracht, maar verwarming van bovenaf wordt vergeten. Het resultaat hiervan is dat de watertemperatuur hoger wordt dan de luchttemperatuur. Hierdoor ademen
de schildpadden constant te koude lucht in, wat verkoudheid tot gevolg kan hebben en later tot longontsteking kan leiden. Ook komt het voor, dat indien er wel een gloeilamp wordt geplaatst, deze dag en nacht blijft doorbranden. De dieren komen alleen tot rust
door daling van de temperatuur en uitschakeling van het licht, zodat ’s avonds en ’s nachts de verwarming moet worden uitgeschakeld.. Verder wordt er nog veel te vaak hoofdzakelijk gevoerd met alleen droogvoer uit een busje. Behalve dat dit nogal
dure voeding is, is het veel te eenzijdig. Bij jonge dieren kan het zelfs tot verstoppingen leiden. Leg ook geen verzameling aan van individuele dieren. Blijf u beperken tot paartjes van één of enkele soorten. Ook hieraan valt nog genoeg en zelfs
meer te ontdekken.
Nawoord Bovenstaand artikel is 1996 geschreven voor de Reptielen en Amfibieen Beginnersgids. Dit in opdracht van de toenmalige redaktie van 'Lacerta' het
vakblad voor herpetologie en terrariumkunde. Inmiddels is er het een en ander veranderd. Roodwangschildpadden bijvoorbeeld mogen niet meer verhandeld worden en andere dieren zijn zo ernstig bedreigd dat ze op de Rode Lijst zijn geplaatst.
Het houden en verzorgen van de dieren is echter gelijk gebleven.Gelukkig wordt er vandaag de dag goed gekweekt met talloze soorten. Wilt u meer weten over dit onderwerp dan kunt u terecht bij de Nederlands-Belgische Schildpadden Vereniging 'Trionyx'.
Voor mensen waarbij de interesse verder gaat dan alleen schildpadden wijs ik op het bestaan van het tijdschrift 'Lacerta'.
|
|
|
|
|
|